Wetboek van strafrecht Artikel 157 Hij die opzettelijk brand sticht, een ontploffing teweegbrengt of een overstroming veroorzaakt, wordt gestraft: 1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is; 2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is; 3°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
In de gewraakte brief staat dat uit zelfverdediging wordt geoefend met het verbranden van suiker en kunstmest als de gemeente Coevorden met geweld door blijft gaan. Hoewel daarvoor ook over het opblazen wordt geschreven wordt duidelijk geoefend met het verbranden. Voor kwaadwillenden ligt het voor de hand beide zaken door elkaar te halen en alleen het exploderen te blijven noemen. Het is alleen jammer voor hen dat dit er niet staat. Ook staat er niet in de gewraakte brief dat de infrastructuur wordt geëxplodeerd.
Het exploderen van de infrastructuur doet het namelijk beter dan het verbranden van suiker en kunstmest bij illegaal aangelegde rioleringen in het buitenland. Bij dit verbranden komen alleen warmte en gassen vrij.
|