Gemeente Coevorden
Postbus 2 7740 AA Coevorden Afdeling: Bestuurlijke Ondersteuning Behandeld door: dhr. Buurman tel. (0524) 598630 Coevorden 1 juni 1999 Onderwerp: sluiting horecagelegenheid "Lord Nelson" Aan: de heer F.J. Beukeveld Van Toutenburglaan 106 7742 XM COEVORDEN Geachte heer Beukeveld,
Voor 'n chronologisch overzicht van de strijd tegen corrupte ambtenaren
en bestuursrechters wordt u aangeraden met deze hyperlink te beginnen. Hierbij deel ik u mede dat ik heb besloten uw horecabedrijf "Lord Nelson", gevestigd aan de Schoolstraat 18 te Coevorden te sluiten voor de duur van drie maanden, ingaande de dagtekening van dit besluit. De bevoegdheid om tot deze sluiting over te gaan is mij gegeven in het eerste lid van artikel 13b van de Opiumwet. Bij het nemen van dit besluit heb ik het volgende overwogen. Op basis van een onderzoek dat door de politie op 28 mei 1999 is ingesteld in uw horecabedrijf is het volgende komen vast te staan: 1. Bij 7 van de op dat moment in uw horecabedrijf aanwezige personen is cocaïne aangetroffen; 2. Op 2 plaatsen in uw horecabedrijf waarvan het zeer
aannemelijk is dat
alleen personeel
toegang tot die plaatsen heeft, is een hoeveel cocaïne aangetroffen; Daarnaast houd ik rekening met het volgende: Op basis van dit beleid is onlangs gericht opgetreden op het moment dat er bij de gemeente signalen binnenkwamen dat zich elders in Coevorden een tweede coffeeshop zou ontstaan. Ook aan deze actie is via de publiciteit de nodige aandacht -geschonken. Met deze actieve publiciteit wordt beoogd het voor een ieder duidelijk en helder te maken dat de gemeente Coevorden, bij constatering van een handelen in strijd met de Opiumwet en/of de gemeentelijke notitie, daadkrachtig op zal treden en gebruik zal maken van alle daartoe openstaande wettelijke mogelijkheden. Een ieder kan zodoende de consequenties van een handelen in strijd met het gemeentelijk beleid af wegen. Ten aanzien van de tijdsduur van de maatregel wijs ik erop de bedoeling te hebben de loop van potentiële (drugs-)klanten naar uw horecabedrijf definitief te verstoren. Het enkele feit dat deze gemeente (nog) niet beschikt over beleidsregels waarin is aangegeven welke maatregelen getroffen worden bij het aantreffen van drugs in horeca-inrichtingen hebben mij doen besluiten uw horeca-inrichting niet voor 1 jaar (zoals in gemeenten die wel over dergelijke beleidsregels beschikken de standaardtermijn is) maar slechts voor 3 maanden te sluiten.De gehele situatie overziende meen ik dat sprake is van een dusdanig dringend geval, dat de sluiting op zo kort mogelijke termijn geëffectueerd dient te worden. Commentaar Bovenstaande tekst was op 1 juni 1999 reeds geschreven, terwijl beide discotheekbeheerders zich pas 's middags 2 juni 1999 bij burgemeester mr ing. B.P. Jansema moesten melden. De actieve publiciteit van de burgemeester in de scholen met de mededeling dat de discotheek voor drie maanden zou worden gesloten vond 's morgens op 2 juni 1999 plaats. De zitting bij de burgemeester was een schertsvertoning en de hij meldde dat de beheerders geen nieuwe feiten hadden aangedragen. De brief van 1 juni 1999 wordt dan door de burgemeester verder afgemaakt en naar de discotheekbeheerders gestuurd.
De opmerkingen bij de Raad van State dat deze brief niet aan de eisen behorend
bij een bestuursdwangmaatregel vermeld in de Algemene wet bestuursrecht voldoet,
wordt genegeerd en met leugens gepareerd. De lezer wordt na gedegen
achtergrondinformatie via de hyperlinks aangeraden onderstaande brief als een
bestuurdwangmaatregel te lezen. Kundige personen weten dat deze brief niet
voldoet aan de eisen die de wet daaraan stelt. Elke direct betrokken overheidsfunctionaris weet namelijk drommels goed dat de
politie in strijd met de wet de discotheek is binnengetreden. Dit moet worden
verdoezeld en dat gebeurt dan ook. BRIEF 2 Gemeente Coevorden
Behandeld door: dhr.
Buurman. tel. (0524) 598630 Onderwerp: sluiting horecagelegenheid "Lord Nelson" Aan:
Geachte heer Beukeveld, Hierbij deel ik u mede dat ik heb besloten uw horecabedrijf "Lord Nelson", bevestigd aan de Schoolstraat 18 te Coevorden te sluiten voor de duur van drie maanden, ingaande de dag na dagtekening van dit besluit. De bevoegdheid om tot deze sluiting over te gaan is mij gegeven in het eerste lid van artikel 13b van de Opiumwet. Bij het nemen van dit besluit heb ik het volgende overwogen. Op basis van een onderzoek dat door de politie op 28 mei
1999 is ingesteld in uw horecabedrijf is het volgende komen vast te staan:
Gezien de hoeveelheden en de plaatsen waarop deze hoeveelheden zijn aangetroffen ben ik van mening dat sprake is van een voorraad bestemd voor de handel en niet slechts voor eigen gebruik. Daarnaast is sprake van een ingerichte gebruikersruimte boven uw horecabedrijf. Deze ruimte is uitsluitend via een trap in uw horecabedrijf te bereiken. Voor beide aspecten houd ik u als exploitant van hot onderhavige horecabedrijf verantwoordelijk. Zoals verwoord in het arrest van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dd 30 juli 1996, R03.93.4675, heeft de handel in harddrugs ontwrichtende effecten op het kunnen gaan en staan van medeburgers en werkt het bedrijven van misdaad in de hand en heeft een zodanig naar buiten stralend negatief effect dat de openbare orde wordt aangetast. Op basis hiervan ben ik van mening dat sprake is van een onaanvaardbare en ernstige aantasting van de openbare orde welke vraagt om een adequate maatregel van mijn kant. Daarnaast houd ik rekening met het
volgende:
Op basis van dit beleid is onlangs gericht opgetreden op het moment dat er bij de gemeente signalen binnenkwamen dat zich elders in Coevorden een coffeeshop zou ontstaan. Ook aan deze actie is via publiciteit de nodige aandacht geschonken. Met deze actieve publiciteit wordt beoogd het voor een ieder duidelijk en helder te maken dat de gemeente Coevorden, bij constatering van een handelen in strijd met de Opiumwet en/of de gemeentelijke notitie, daadkrachtig op zal treden en gebruik zal maken van alle daartoe openstaande wettelijke mogelijkheden. Een ieder kan zodoende de consequenties van een handelen in strijd met het gemeentelijk beleid af wegen. Ten aanzien van de tijdsduur van de maatregel wijs ik erop de bedoeling te hebben de loop van potentiele (drugs-)klanten naar uw horecabedrijf definitief te verstoren. Het enkele feit dat deze gemeente (nog) niet beschikt over beleidsregels waarin is aangegeven welke maatregelen getroffen worden bij het aantreffen van drugs in horeca-inrichtingen hebben mij doen besluiten uw horeca-inrichting niet voor 1 jaar (zoals in gemeenten die wel over dergelijke beleidsregels beschikken de standaardtermijn is) maar slechts voor 3 maanden te sluiten. De gehele situatie overziende meen ik dat sprake is van een dusdanig dringend geval, dat de sluiting op zo kort mogelijke termijn geëffectueerd dient te worden. Het op 2 juni 1999 te 16.45 uur gehouden gesprek, waarbij u in het kader van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht uw zienswijze naar voren heeft gebracht. Een afschrift van het verslag van dit gesprek treft u bijgaand aan. U bent van mening niet verantwoordelijk te zijn voor klanten met cocaïne, die toevallig in uw bedrijf aanwezig zijn. Daarbij gaat u wel heel gemakkelijk voorbij aan feit dat naast klanten ook personeelsleden cocaïne in het bezit hadden, er cocaïne aangetroffen is op plekken waar het aannemelijk is dat daar alleen personeelsleden komen en er voorts op de bovenverdieping zaken en materialen zijn aangetroffen die erop duiden dat er sprake is van een ingerichte gebruikersruimte. Voorts spreekt u er schande van dat
de publiciteit naar aanleiding van het politieoptreden nadelige
Ik ben van mening dat uw zienswijze geen feiten of omstandigheden naar zijn gebracht op grond waarvan ik mijn voorgenomen besluit alsnog zou moeten herzien Aangezien er overigens geen redenen zijn op grond waar van toepassing van artikel 13b van de Opiumwet in casu zou leiden tot een bijzondere hardheid, heb ik besloten mijn voorgenomen standpunt te handhaven en uw horecabedrijf "Lord Nelson" te sluiten voor de duur van 3 maanden, ingaande de dag na dagtekening van dit besluit. Gedurende deze termijn van 3 maanden zal voorts nog worden onderzocht of en zo ja welke gevolgen de bovengenoemde feiten voor de aan u verleende vergunning in het kader van de Drank en Horeca wet dient te hebben. Voorts zal een nader onderzoek ingesteld worden door de afdeling Bouwtoezicht en de Brandweer van deze gemeente om vast te stellen of uw bedrijf aan de bouwtechnische en brandveiligheidseisen voldoet. Indien er grote gebreken geconstateerd worden, zult u deze binnen genoemde termijn van 3 maanden moeten herstellen, omdat dit wellicht aanleiding kan vormen om uw bedrijf niet na 3 maanden te heropenen. Ik wijs u erop dat u binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit op grond van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar kunt maken bij mij. Voorts kan, indien een bezwaarschrift wordt ingediend, schorsing c.q. voorlopige voorziening worden gevraagd aan de president van de sector Bestuursrecht van de Rechtbank te Assen. Het tijdens genoemde termijn maken van bezwaar schort de werking van dit besluit niet op. Daarvoor dient u zich te richten tot de president van de sector Bestuursrecht van de Rechtbank te Assen. Hoogachtend, De burgemeester van Coevorden,
Voor 'n chronologisch overzicht van de strijd tegen corrupte ambtenaren
en bestuursrechters wordt u aangeraden met deze hyperlink te beginnen. |